Doorgaan naar inhoud

Blogs

Oeps, maak jij ook deze tien veelvoorkomende fouten met je vleesthermometer?

Tien tips om je vleesthermometer altijd op de juiste manier te gebruiken

 

Een vleesthermometer gebruiken gaat verder dan alleen de meetsonde in het stuk vlees steken. Zelfs de meest geavanceerder thermometers kunnen onnauwkeurige resultaten geven als ze niet correct worden gebruikt. In deze blog maken we duidelijk welke fouten mensen maken wanneer ze een vleesthermometer gebruiken. Ook geven we praktische tips om elke keer weer nauwkeurige temperatuurmetingen te krijgen!

 

Fout #1 De meetsonde verkeerd plaatsen

Een van de meest voorkomende fouten is het verkeerd plaatsen van de meetsonde. De weergegeven temperatuur moet de interne temperatuur van het vlees tonen. Bij dunnere/kleine stukken vlees, zoals steak of kipfilet, steek je de meetsonde in het dikste gedeelte zonder het bot of het vet te raken. Bij grotere stukken, zoals braadstukken of een heel stuk gevogelte, plaats je de sonde in het midden. Ook hierbij is het belangrijk om botten en vetstukken te vermijden.

 

Tip: Investeer in een thermometer met een (extra) lange meetsonde om het midden van dikke stukken vlees makkelijker te bereiken.

 

Fout #2 Geen rekening houden met de ‘wachttijd’.

De temperatuur blijft stijgen, ook nadat het vlees van de warmtebron is gehaald. Dit komt door de resterende warmte. Als je hier geen rekening mee houdt, kan dit leiden tot te gaar vlees. Nadat je het vlees uit de oven of van de grill hebt gehaald, moet je het een paar minuten laten rusten voordat je de uiteindelijke temperatuur controleert.

 

Tip: Gebruik de tussentijd om een bijgerecht of garnering voor te bereiden, terwijl het vlees de perfecte gaarheid bereikt.

 

Fout #3 De meetwaarden verkeerd interpreteren

Om een vleesthermometer te kunnen lezen, moet je de aanduiding begrijpen. Sommige thermometers gebruiken Fahrenheit, terwijl andere Celsius gebruiken. Zorg ervoor dat je bekend bent met de schaal en de metingen niet verkeerd interpreteert. Houd ook rekening met de verschillende temperaturen die vleessoorten nodig hebben.

 

Tip: Controleer de temperatuurwaarde van je thermometer goed van tevoren. Bewaar ook een handig overzicht waarin je snel de aanbevolen interne temperatuur van verschillende vleessoorten kunt checken.

 

Fout #4: De verkeerde thermometer gebruiken.

Niet alle vleesthermometers zijn hetzelfde. Het gebruik van het verkeerde type voor een specifieke bereidingsmethode, kan onnauwkeurige metingen geven. Direct afleesbare thermometers zijn ideaal voor een snelle check, terwijl ‘leave-in thermometers’ meer geschikt zijn voor de wat langere/langzame bereidingswijzen.

 

Tip: Zorg ervoor dat beide soorten vleesthermometers onderdeel uitmaken van je keukengerei.

 

Fout #5: De kalibratie vergeten.

Dankzij kalibratie kun je er zeker van zijn dat je thermometer nauwkeurige metingen toont. Na verloop van tijd kunnen de metingen van meetapparaten soms gaan scheeflopen. Dit kan leiden tot onjuiste gegevens over de temperatuur. Wanneer je het apparaat niet regelmatig ijkt, kan de accuraatheid van je thermometer niet meer gegarandeerd worden.

 

Tip: Kalibreer je thermometer regelmatig met behulp van bijvoorbeeld de ijswater- of kokendwatermethode. Ook vind je weleens instructies van de fabrikant in de handleiding.

 

Fout #6: Een thermometer gebruiken die niet ovenbestendig is.

Als je vlees in de oven bereidt, zorg er dan voor dat je thermometer ovenbestendig is. Niet alle thermometers zijn bestand tegen hoge temperaturen. Wanneer je de verkeerde thermometer in de oven gebruikt, kan dit tot beschadigingen leiden.

 

Tip: Controleer de specificaties van de thermometer en kies er een die geschikt is voor jouw bereidingsmethode.

 

Fout #7: Alleen afgaan op zichtbare factoren.

Alleen afgaan op zichtbare factoren, zoals de kleur van het vlees of het zien van vet of vocht bij het vlees, kan leiden tot onnauwkeurigheden. Verschillende elementen, zoals de dikte van het vlees en welke oven je gebruikt, kunnen een rol spelen bij deze signalen.

 

Tip: Gebruik deze zichtbare factoren als aanvulling op temperatuurmetingen en niet als enige maatstaf om de gaarheid te beoordelen.

 

Fout #8: De sonde na gebruik niet schoonmaken.

Een vieze meetsonde kan ervoor zorgen dat er bacteriën in het voedsel terechtkomen. Dit kan de temperatuurwaarden beïnvloeden. De sonde voor en na elk gebruik schoonmaken, is een eenvoudige stap die de nauwkeurigheid en veiligheid van je thermometer garandeert.

 

Tip: Volg de instructies van de fabrikant voor het schoonmaken van de vleesthermometer.

 

Fout #9: De reactietijd van de thermometer niet in acht nemen

Direct afleesbare thermometers geven snelle metingen, maar niet alle thermometers hebben dezelfde reactietijd. Als je dit niet goed in de gaten houdt, kan dit leiden tot onnauwkeurige metingen, vooral bij snelle bereidingen.

 

Tip: Wees je bewust van de reactietijd van je thermometer en pas je verwachte meetresultaten hierop aan.

 

Fout #10: De thermometer verkeerd opbergen

Wanneer je je vleesthermometer niet goed opbergt, kan die beschadigd raken. Het kan ook voor onnauwkeurige temperatuurmetingen zorgen. Als de thermometer wordt blootgesteld aan te hoge temperaturen of onzorgvuldig wordt bewaard, kan dit de werking van het thermometer beïnvloeden.

 

Tip: Bewaar je thermometer in een beschermhoes of volg de richtlijnen van de fabrikant voor de juiste opbergmethode.

 

Door deze veelgemaakte fouten te vermijden, vergroot je de effectiviteit van je vleesthermometer. Daardoor zorg je ervoor dat je gerechten perfect gaar zijn. Neem de tijd om de functies en het gebruik van je thermometer te begrijpen en lees de handleiding goed door voor gebruik.

Bedankt voor het abonneren!

Deze e-mail is geregistreerd!

Shop de look

Kies Opties

optie bewerken
this is just a warning
Login
Winkelwagen
0 artikelen